Mama, drinken.
Woensdag 24 februari 1999.

M ijn zus belt 's ochtends in verband met de verjaardag van Anna die zondag 2 jaar zal worden.
Carla zal dan voor het eerst sinds de geboorte van haar dochter Sophia, weer bij ons op bezoek komen.
Ik vertel dat Anna ziek is en bij mij op de bank ligt te slapen. Het is maandag begonnen met hoesten en vanaf dinsdag is ze wat hangerig. Ik noem het 'gezellig ziek'. Ze drinkt wel, slaapt veel en heeft geen hoge koorts. De twee voorgaande nachten was ze vaak wakker en moest ze spugen.
”O ja, met haar verjaardag is ze al lang weer beter”, zeg ik.

Pas maanden later wist ik weer wat er die ochtend heel even door me heen flitste.
ZE GAAT DOOD. Een volstrekt irreële gedachte die nergens op gebaseerd was en die ik heel snel opzij heb geduwd.

Frans en David komen 's middags samen uit school. David had geen zin om bij Eline te spelen. Ik ben verbaasd. Hij heeft al eerder bij haar gespeeld en weigert niet snel als iemand hem vraagt. ”Ik wou gewoon naar huis” is het enige wat hij zegt.
De middag is zo om. Jeroen komt nog langs om wat te frezen in de moestuin in wording. David en Anna maken samen gekheid op de bank. Ze is vast morgen al weer opgeknapt.
Ik vertrek rond 5 uur richting dorp; even nog wat boodschapjes doen voordat mijn invaldienst begint. Na de hele dag binnen te hebben gezeten is het heerlijk er even uit te zijn. Bij de Hema kan ik niets leuks voor Anna vinden. We hebben nog niet veel cadeautjes voor haar; nou ja, dat komt eind van de week nog wel.
Na negenen ben ik weer thuis. David blijkt nog op te zijn. Hij mag nog heel even de boeken bekijken die ik voor hem heb meegenomen.

De deur van de gang gaat open en Anna komt binnengewandeld.
Frans had haar in het grote bed gelegd en nu is ze wakker geworden.
Ze ademt luidruchtig en sneller dan normaal. Ik neem haar op schoot. Ze is niet koortsig en gewoon aanspreekbaar. Ik breng haar weer naar bed, ditmaal in haar eigen ledikantje dat bij ons op de slaapkamer staat. Ze gaat rustig liggen.
Die snellere ademhaling vinden we wel wat vreemd maar niet dermate verontrustend dat we een arts bellen. Temeer daar ze niet huilt of zichtbaar pijn lijdt. Wel snuffel ik nog wat in verschillende gezondheidsboeken maar wordt daar niet wijzer van. Deze nacht maar eens kijken hoe het gaat en als ze dit morgen nog heeft gaan we naar de huisarts.
De nacht verloopt wonderwel rustig. We slapen als een blok na de voorgaande gebroken nachten.
Pas 's ochtends vroeg hoor ik haar lieve stemmetje: ”Mama, drinken”.

<< vorig                  inhoudsopgave                  volgend >>