Hemel: is dit de bedoeling?
Mei 1999.

D e eerste twee weken van mei hebben we schoolvakantie.
We gaan voor het eerst zonder Anna naar Lochem waar mijn moeder op de camping staat.
Het is heel raar. Ze is al tien weken niet meer bij ons.
De pijn van het gemis kan op de gekste ogenblikken toeslaan.
In de kringloopwinkel zie ik een schattig badpakje met eendjes, echt iets voor Anna. Op de Oranjemarkt zijn ook veel leuke meisjeskleren maar ik moet eraan voorbijlopen. Ze heeft geen kleren meer nodig.

Er komen nu soms hele primaire reacties. Agressie, (vreemde) mensen wel bijna willen slaan bijvoorbeeld in een drukke ijssalon. Eén verkeerde opmerking maakt me voor de rest van de dag ongenietbaar en compleet van slag. 'Genieten jullie ook zo van de vakantie?' vraagt iemand van school die we tegenkomen in het dorp. Genieten?
Een vriendin vraagt of ik niet erg boos ben op God. Zo voelt het absoluut niet. Ik ben niet kwaad op God, vraag niet waarom mij dit moest overkomen.
De banden met de hemel zijn juist aangehaald. Doordat Anna zich daar bevindt komt de hemel heel dichtbij.

Ik ben niet ongesteld geworden. Hoogstwaarschijnlijk ben ik dus zwanger.
We doen geen test, gaan niet naar de huisarts. We doen niets. Maar ik drink geen alcohol meer.
Het is een groot geheim. We vertellen het aan bijna niemand. We praten er met elkaar zelfs bijna niet over. Diep van binnen ben ik wel erg bang voor een miskraam. Want dat geheime groeien binnenin mij helpt een heel klein beetje om het verdriet draaglijker te maken. Aan de andere kant is er op dit moment eigenlijk helemaal geen ruimte voor een groeiend nieuw kindje.
Mijn God, Anna is nog maar net overleden. Zo snel zwanger, dat was niet onze bedoeling.
Dat wij ooit weer een kind wilden, ja, daar hebben we samen over gesproken na haar dood.
Maar toch niet zo snel!
Hemel: is dit de bedoeling?

David z 'n annamoontjes beginnen volop te bloeien. Hij geniet er intens van en zit vaak op het bankje om ze te bewonderen.
Het lijkt net of David kleiner is geworden zonder het contrast van dat kleine meisje naast zich. Ik heb geen zin om foto's te maken.
Het is voor David ontzettend wennen zonder zijn zusje. Er is wel regelmatig een speelkameraadje maar natuurlijk kan dit niet elke dag. Alleen komt hij moeilijk tot spelen. David en Anna speelden veel samen.
Hij was meestal erg lief voor haar. 'Anna, wil je hond zijn of wil je leeuw zijn?' Geen moeite was hem te veel als het erom ging dingen voor haar aan te dragen. Samen op de tractor of op het rode bakfietsje. Anna mocht achterop.
Hij zit veel meer bij ons vooral als er visite is. Om maar niets te missen van wat er gezegd wordt. Hij vindt het fijn als we over haar praten, herinneringen ophalen.
Met het inslapen zijn we terug bij af. Eén van ons moet s'avonds bij hem gaan liggen en zijn hand vasthouden. Legpuzzels zijn in deze tijd favoriet. Hij probeert zijn wereld te ordenen.
In de klas zijn er regelmatig woede-uitbarstingen. De juffies hebben er alle begrip voor, zelfs de kinderen. 'Jij doet zo omdat jouw zusje is doodgegaan hè? '
Trouwens, ook thuis kennen we deze uitbarstingen. Ik herinner me een voorval op een zondagmiddag. Ik had voor mezelf een schaaltje yoghurt met muesli klaargemaakt. Waarop David ook yoghurt wilde. Helaas was mijn yoghurt het laatste uit het pak. David eiste dat ik de muesli eruit moest halen, hij wilde mijn yoghurt. Ik zei dat dit niet ging.
Hij stormde naar zijn kamer, sloeg de deur dicht en begon hard te huilen. Heel lang.
Ik ben naar hem toegegaan, heb hem vastgehouden en laten uithuilen.

<< vorig                  inhoudsopgave                  volgend >>