Een laddertje naar de hemel.
Dinsdag 2 maart 1999.

G eert vertelt het verhaal van Anna en doet dat zoals dat in de kleuterklas van de vrije school gaat.
"Afgelopen zondag was Anna jarig, zou Anna jarig geweest zijn en voor haar verjaardag vertel ik haar verhaal.
Anna is boven en ze kijkt naar beneden. Ze wil nog niet weg daar boven. Het is daar zo mooi, het licht is zo vlakbij. Ze zit op een wei maar ze kan naar beneden kijken.
En dan is er een stem die tegen haar zegt: 'Anna, je moet naar beneden'. Anna wil eerst nog niet.
'Anna, kijk dan, er is een plekje voor je en Anna kijkt naar beneden. Ze kijkt goed of ze ergens dat plekje ziet en ja hoor: ineens ziet ze daar een huisje. Er is ook een mooie wei. Er staan koeien en er loopt een kleine jongen op klompen. En ineens denkt ze: 'daar moet ik heen, daar wil ik heen'.
En ze maakt zich klaar. En terwijl Anna zich klaar maakt wordt er hier op aarde een plaatsje voor haar bereid. Een klein huisje, een mensenlichaam dat langzaam maar zeker gaat groeien in een buik. Hoopvol, dat groeien in die buik. Spannend en ook een beetje angstig. Zal alles goed gaan?
Hier beneden verwachten ze Anna. En David, haar broertje, kijkt naar de dikke buik van zijn moeder en zegt dat hij ook een kindje in zijn buik heeft. En samen wachten ze op dat kindje. Maar dat duurt nog een hele tijd.

Dan is het zover. David gaat uit logeren bij Ton en Inge. En de volgende dag komt David terug en ziet ie zijn zusje. In een kamer die mooi versierd is met voorjaarsbloemen, met levende bloeiende takken. Want het voorjaar komt eraan.
En iedereen is blij, blij met een meisje. En dat meisje dat komt, dat leeft intens.
Ze houdt van het leven. Want zodra ze geboren is, is ze soms maar moeilijk in slaap te krijgen.
Ze wil erbij zijn. David moet ook nog een beetje wennen aan zijn zusje. Dat is niet niks, als je zo lang alleen bent en er is ineens een zusje. Na drie maanden is David helemaal gewend. En Anna ook.
Met Pasen wordt er gewandeld en er lopen allemaal grote jongens om Anna heen bij de kinderwagen. Vrienden van David die samen met al die jongens bewonderend naar dat kleine meisje kijken.
In de herfst gaat de familie naar Zuid-Limburg en Anna maakt het mee. Bewegen, zelfs zo dat de tafel tegen de bank moet om te zorgen dat Anna niet zoveel beweegt dat ze op de grond terechtkomt.
Ze leeft, ze houdt van lekker eten en als ze iets extra lekkers krijgt dan maakt ze daar speciale eetgeluiden bij. Aardbeien! 'Mmmm'. En ze speelt. Ze speelt met David met de auto's, de treinbaan en het winkeltje.
En als ze 1 jaar is geworden dan is dat best een moeilijke verjaardag want mama is niet thuis.
Maar Anna krijgt iets moois: een poppenwagen voor de pop waar ze zelf in gaat zitten en David duwt.
Langzaam maar zeker wordt ze groter. Ze begint ook te praten. Dan gaan ze verhuizen, naar een boerderijtje met dieren. En die dieren vindt Anna mooi. Ze probeert de namen van de dieren te leren. Kip: 'pop' . 'Nee, da's niet goed 'zegt David. Langzaam maar zeker wordt het 'pip '.
Haar grote broer springt van de tafel en Anna zou het ook wel willen: 'Anna oot'.
Maar ja, ze beseft dat dat toch misschien iets te hoog is.

En dan wordt ze bijna twee jaar. Er waren al wat cadeautjes gekocht voor haar verjaardag.
Maar plotseling, en dat begrijpen we niet, is ze er niet meer. Vlak voor haar verjaardag is ze van ons weggegaan. Als een eerste vlinder in het voorjaar. Naar waar ze vandaan kwam. Dat geloven wij.

We geloven dat ze nu weer hoog daar boven is, in het licht. En dat is een plek waar je moeilijk kunt komen maar ik wilde voorstellen dat we proberen onze gedachten uit te laten gaan naar die plek, daar hoog daar boven. Dan maken we met onze gedachten een soort laddertje, een laddertje weer naar boven. En langs die ladder sturen we onze gedachten. We kunnen misschien denken aan onze tekening die we gemaakt hebben en zo die tekening aan Anna laten zien.
Ik stel voor dat we stil zijn en dat we met elkaar zo'n laddertje maken."

<< vorig                  inhoudsopgave                  volgend >>