Een bijzondere brief.
April 1999.

E en droom op 25 april: we zijn in een drukbezocht openbaar gebouw op de bovenste verdieping. Plotseling is Anna kwijt, verdwenen. Ik ben niet in paniek. Ik ga haar zoeken, loop de trappen af.
Beneden in de hal vind ik haar terug, spelend in een speelhoekje. We gaan samen weer naar boven waar ik mijn moeder biddend met de rozenkrans aantref. Deze nacht kwam er steeds een naam door. Het is een meisjesnaam: Judith.

We ontvangen een bijzondere brief uit Roosendaal.

'Beste Yvonne, Frans en David.

Ik ben erg tevreden met het bezoek dat wij vandaag aan jullie hebben gebracht. Het voelde heel goed om te praten over alles wat gebeurd is en naar de kinderen te kijken die zo direct weer met elkaar optrekken en de wereld gaan verkennen. De jongens liepen zo geweldig met elkaar te babbelen en te zoeken terwijl zij ons op afstand volgden in het bos.
Ik ben er echter niet toe gekomen om jullie mijn ervaringen rond de overgang van Anna te vertellen. Daarom deze brief.

Ik vond zaterdag de brief op de deurmat toen ik met de kinderen boodschappen ging doen. Ik was erg onder de indruk van het overlijden van Anna en heb de brief meteen aan mijn vrouw laten zien. Tevens heb ik het aan de kinderen verteld. Daarna zijn wij gewoon boodschappen gaan doen.
Ik bleef de rest van de dag veel denken aan jullie, Anna en iedereen die bij dit verdriet betrokken is.
's Avonds hebben wij er nog veel over gepraat maar ik had voor mijzelf het gevoel dat ik niet zomaar kon gaan slapen. Ik heb daarom toen ik in bed lag een meditatie/visualisatie gedaan. Dit was al na twaalven dus op de verjaardag van Anna. Voor mij begint dat altijd met mijzelf geheel ontspannen en contact maken met mijn lijf. Daarna beeld/projecteer ik voor mijn geestesoog de energiestroom die mijzelf met de kern van de aarde verbind. Door mij daar op te concentreren kan ik deze energiestroom vanuit mijn voeten (als ik sta) of vanuit mijn stuitje steeds verder de aarde in laten groeien totdat de stroom zich versterkt om de kern van de aarde te omvatten.
Langs deze stroom kan ik een hoop energie wegvoeren die mij zou afleiden van waar ik wezenlijk mee bezig ben. Deze energie wordt rond de kern van de aarde getransformeerd tot heel positieve energie die langs dezelfde baan weer omhoog komt naar mijn lichaam.
Als deze uitwisseling goed op gang is kan ik de energiestroom door laten gaan naar boven, naar de hemelse wereld met de zon of maan en sterren. Daar treedt ook een zuivering van de energie op en komt in een heel krachtige en zuivere vorm terug naar mij.

Vanuit dit gevoel ben ik op zoek gegaan naar de geest van Anna. Ik merkte al direct dat zij in goede aardse handen was van een groep van mensen die net als ik met onze gedachten bij haar waren. Ik heb mij bij deze groep aangesloten en wij troffen Anna's geest dicht bij haar lichaam aan, thuis bij jullie.
Samen hebben wij haar verteld dat haar taak hier op aarde volbracht is en dat zij zich nu kon voorbereiden op de tocht naar het hemelrijk. Wij konden haar toen op onze handen dragen, als het ware in een bokaal van open handen van een groep mensen die in een kleine kring dicht tegen elkaar aan staan en hun handen met de polsen tegen elkaar aan omhoog heffen.
Door haar zo te dragen en gerust te stellen voor haar overgang naar het hemelrijk konden wij haar optillen tot zover de aardse krachten dit toelaten. Daar werd zij door een gelijksoortige groep uit het hemelrijk uit onze handen overgenomen en verder gedragen naar het hemelrijk. Wij konden nog wel zien dat zij verder ging, het licht tegemoet en zagen dat het goed was dat wij ging en hoe zij ging. Hierna kon onze energie terugkeren naar de aarde en als een beschermende verzachtende deken neerdalen op jullie en iedereen in Anna's omgeving. Hierna ben ik teruggekeerd naar mijzelf en ben gaan slapen.

Toen ik dinsdag in de kerk kwam en het lichaam van Anna zag, zag ik zo duidelijk dat dit slechts het lege stoffelijke lichaam van haar was. Tevens zag ik daar en later tijdens de meerdere momenten in de dienst en bij het kerkhof dat dezelfde groep uit het hemelrijk die ik al gezien had, met Anna in hun midden, van heel hoog op deze samenkomst op de aarde toekeek.
Anna was toen al geheel opgenomen in het hemelrijk en stuurde met de groep verzachtende en helende energie op de aarde af.
De woorden van de spreker in de kerk die iedereen uitnodigde om als een vlinder mee omhoog te gaan om Anna weg te brengen waren voor mij dan ook zeer herkenbaar.
Al het verdriet wat toen voelbaar was in de kerk zorgde er voor dat ik bijna de hele dienst heb moeten huilen. Ik had het gevoel dat dit niet alleen een verlies is voor de mensen om Anna heen, maar dat dit verdriet ook een bron van kracht en inzicht is voor een grote groep mensen.
Ik zie Anna dan ook als een boodschapper die juist door haar vroege dood een grote groep mensen aanzet tot de bezinning en groei die wij allen in deze tijd van snelle verandering en grote uitdagingen zo hard nodig hebben.

Ik zie nu in jullie dat je deze boodschap, door het grote verdriet heen, ook ziet en dat jullie daar kracht uit putten om verder te gaan. Ik vertrouw erop dat Anna's leven en overgang een goede impuls zal geven. Datgene wat mogelijk haar taak op aarde was.

Ik wens jullie veel kracht en inzicht om verder te gaan. Tot ziens.'

<< vorig                  inhoudsopgave                  volgend >>