Het tranenkruikje.
Juli 1999.

D e derde week van de vakantie is nogal hectisch: bijna elke dag bezoek en twee verjaardagen. Achteraf blijkt dit te veel van het goede. Mijn peetoom en zijn vrouw komen op een warme zondagmiddag en we zitten uren in de tuin te praten. Over hun jeugd, het gezin van zes broers en twee zussen waarvan inmiddels vier broers zijn overleden. En er was nog een klein meisje: Jo-tje. Zij kwam tussen de oudsten en jongsten in. Jo-tje werd ziek en stierf omstreeks haar derde levensjaar. Ik had dit verhaal ooit wel eens vaag gehoord maar nu komt het veel meer aan.
Ach ja, vroeger kwam kindersterfte veel vaker voor. Mijn oma heeft deze pijn ook gevoeld. Het eerstvolgende meisje dat geboren werd is ook Jo genoemd.

Er is een sprookje dat ik keer op keer herlees. Het heet 'Het tranenkruikje' en het is een zogenaamd 'Vrouw-Holle'-sprookje.'Vrouw-Holle'-sprookje. Vrouw Holle is de gebiedster in het rijk van het leven dat zich bevindt tussen het rijk van de geest en dat van de stof. Zij is de hoedster van de levende wezens voordat zij op aarde gestalte aannemen. Zij waakt over het zaad als het in de winter in de grond ligt en laat het sneeuwen om de grond te beschermen. Zij is de hoedster van de dieren en de 'krekeltjes', de zielen van de ongeboren en gestorven mensenkinderen.

'Het tranenkruikje' gaat over een moeder wiens kind gestorven is. Deze moeder is ontroostbaar en weent dag en nacht.
Op Vrouw Holle-avond ziet ze een wonderlijke stoet over de akker gaan. Het is Vrouw Holle met haar krekeltjes, de zielen van de gestorven kinderen. Helemaal achteraan in de stoet strompelt een angstig kindje met een zware aarden kruik. Het kan de stoet bijna niet bijhouden.
De moeder herkent haar eigen kind en vraagt of het bij haar wil blijven. Waarop het kind antwoordt: 'moeder, hou op met treuren en wenen, want alle tranen die jij vergiet, stromen over mijn graf heen in deze kruik. Het is nu mijn lot om de kruik mee te slepen. Mijn hemdje is helemaal doorweekt omdat de kruik steeds overloopt. Laat mij nu toch eindelijk gaan!'
Hierna weent de moeder voor de laatste keer en kijkt haar kind na totdat het weer in de rij van kinderen is opgenomen die verdwijnt in de verte.

Mijn zus Carla komt aan het begin van de vakantie met verrassend nieuws. Ze speelt met de gedachte om in Winterswijk te gaan wonen. Ze heeft sterk de behoefte dichter bij me te zijn en meer met elkaar te delen. De dood van Anna speelt hierin een grote rol. En ook dat ze nu zelf moeder is van een dochter waarvan de dagelijkse zorg en opvoeding alleen voor haar rekening komt. Daarnaast ziet ze hoeveel rustiger en mooier het hier is in vergelijking met Amersfoort. Half juli heeft ze haar besluit al genomen en gaat op huizenjacht.

<< vorig                  inhoudsopgave                  volgend >>